Friday, April 2, 2010

In mijn land, het vrije woord weggebruld

De feiten zijn bekend.


Benno Barnard, schrijver, zou een lezing geven voor een vrijzinnige vereniging. Plaats: een aula van de Universiteit Antwerpen. Titel van de lezing: Leve God! Weg met Allah! Na nauwelijks twee minuten werd hem het spreken belet door een veertigtal aanwezigen onder de kreten van Allah Akbar. Zij bestormden het podium. Benno Barnard, die door de politie gewaarschuwd was, had op eigen houtje een kleine lijfwacht georganiseerd. Had die er niet gestaan, dan lag hij nu in het ziekenhuis.

Benno Barnard is mijn beste vriend, al meer dan een kwart eeuw. Maar ik spreek hier niet als vriend. Ik spreek hier als schrijver. Ik spreek hier als voorzitter van PEN-Vlaanderen.

PEN verdedigt wereldwijd, in meer dan honderd landen is dat, het vrije woord. Zolang ik al voorzitter ben van de Vlaamse afdeling heb ik er nooit, maar dan werkelijk geen enkele seconde, aan gedacht dat ook in mijn land het vrije woord weggebruld zou worden. Dat lieden die het niet eens zijn met woorden die ze zelfs nog niet hebben gehoord, die ze niet wíllen horen, vastberaden en massief zouden proberen een schrijver aan te randen.

Tien jaar geleden, nee, vijf jaar geleden, ach nee, nog maar een paar maanden geleden zou iedereen aan wie je dit voorspelde, in smakelijk geschater zijn uitgebarsten. Bij ons? In vredelievend België? In gezapig Vlaanderen? Je bent op je kop gevallen. Je lijdt aan acute islamofobie. Vijanden zouden zeer overtuigd hebben geroepen: je bent een bange, blanke man. Je bent een aftandse paternalist. Je bent een racist.

Eergisteren was het, helaas, duizend keer helaas, verdomd nog aan toe, eergisteren was het zo ver.

Ik hoor nu al, ja ach, die Benno toch, maar zijn titel was toch echt wel een provocatie. En wat dan nog? In die logica mag ik iemand te lijf gaan omdat die iemand iets zegt, cq. zal zeggen, wat mij misschien niet aanstaat. Ik wil de zaken hier duidelijk stellen.

Eén. Iedereen heeft het recht te provoceren. Iedereen heeft het recht Jezus Christus, Allah, Jahweh, Boeddha, Mohammed, de Paus en ga zo maar door, te beledigen. Iedereen heeft het recht alle mogelijke goden ter wereld te belasteren. Dat staat iedereen van ons vrij. Wie die rechten wil beperken, levert zich met handen en voeten gebonden over aan de willekeur van de eerste de beste schoft die zin heeft om de grote verongelijkte uit te hangen. We hebben sinds enige tijd een oude wijsheid opnieuw geleerd: Wat in mijn ogen een onschuldig woord is, wordt in de ogen van de ander een bloedige belediging die alleen met de dood kan worden uitgewist.

Twee. Niemand heeft de plicht te provoceren, te beledigen of God en de goden te belasteren. Het staat iedereen van ons vrij dat niet te doen.

Drie. Wat deze zaak betreft: niemand hoeft het met Benno Barnard eens te zijn. Maar je luistert naar zijn argumenten, ook al ergeren ze je, je geeft tegenargumenten, je gaat, kortom, de discussie aan. Die discussie kan fel zijn, kan zelfs onaangenaam hard zijn en je kunt het achteraf nog even oneens zijn als tevoren. Je spreekt tegen, maar je belet nooit de ander te spreken. Gekrijs kan nooit het democratische debat vervangen. Voor de lieden die Benno Barnard aanvielen, is echter het debat zelf een gruwel.

Vier. In mijn opvatting stoelt democratie op het beschaafd georganiseerde meningsverschil. Wat met Benno Barnard is gebeurd, heeft een naam. Het heet barbarij. Het is de barbarij van een stoottroep binnen een wereldgodsdienst die vindt dat je overspelige vrouwen moet stenigen, dat je homo's en afvalligen mag vermoorden en dat de sharia toegepast dient te worden op heel de wereld. Voor wie mij niet gelooft, ga kijken naar hun webstekken, binnenlandse webstekken trouwens, en lees.

Vijf. Ik weiger aan te nemen dat mijn oppassende, hard werkende islamitische medeburgers, in mijn kennissenkring, in mijn stad, in mijn land, al die metrobestuurders, leraressen, bakkers, advocaten, vakbondsmensen en ga zo maar door, deze ongehoorde brutaliteit van hun geloofsgenoten goedkeuren. Ik weiger aan te nemen dat zij de verworvenheden van de Belgische democratie willen vernietigen. Ik weiger aan te nemen dat zij alleen willen samenleven met de andere Belgen op voorwaarden gepropageerd en verspreid door de fanatiekste duisterlingen die misbruik maken van hun godsdienst.

De vrijheid van meningsuiting, de scheiding van godsdienst en staat, de gelijkheid van man en vrouw, dat alles verdient verdediging. Het was zo evident dat we er niet langer bij nadachten. Sinds eergisteren moeten we zeggen: dat alles heeft dringend verdediging nodig. Wij moeten de democratische rechtsstaat verdedigen met alle democratische middelen die ons ter beschikking staan. Het is de hoogste tijd.

Met deze lieden praat je niet, tegen deze lieden vecht je. Wie zei dat ook alweer? Winston Churchill. Hij had het over de nazi's.

Geert van Istendael

voorzitter PEN-Vlaanderen

(Verschenen in De Morgen van 2 april 2010)

No comments: