Tuesday, December 8, 2009

Opiniestuk PEN-dispuut: Willen we in een bureaucratie leven?

Op 8 december organiseert PEN Vlaanderen een panelgesprek met Karl Van den Broeck, Liesbeth Van Impe, Bas Heijne en Marjolijn Februari, dat focust op kwalijke, fnuikende evoluties op het vlak van vrijheid van meningsuiting in eigen land. Bij die gelegenheid wordt ook de tweejaarlijkse PEN-prijs uitgereikt aan Gerd Segers, jarenlang inspirator van het literaire tijdschrift Revolver en het poëziefestival 'Dichters in het Elzenveld'.

Anderhalf jaar geleden begon het ons bij PEN Vlaanderen op te vallen. De feminatheek van Louis Paul Boon werd in Antwerpen verboden, tentoonstellingen met enig bloot werden gecensureerd, een comedyvoorstelling met als titel Mijn leven met Leterme werd in een CD&V-gemeente van het programma gehaald. Waar de laatste twee decennia sommige extremistische stemmen de vrijheid van meningsuiting als een masker droegen om tot haat en onverdraagzaamheid te kunnen oproepen, stelden we tot onze ontzetting vast dat nu aan die vrijheid zelf geknabbeld werd.
Anderhalf jaar later is deze analyse onverminderd het geval. Verschillende keren hebben dagbladhandelaars in allerijl een Humo of een Dag Allemaal uit hun rekken moeten halen, of hebben televisieprogramma's op zowel de openbare als de commerciële omroep, onder juridische of maatschappelijke dwang, preventieve censuur toegepast. Omgekeerd klagen BV's een riooljournalistiek van ongecontroleerde leugens en halve waarheden aan.
Naast maatschappelijke druk of een juridische beslissing is er nog een minder zichtbare factor die publicaties bemoeilijkt. Een niet te ontkennen bureaucratisering brengt zowel auteurs als uitgevers in de problemen. Twee concrete voorbeelden uit de Vlaamse literaire wereld leggen een in onze ogen algemeen maatschappelijk pijnpunt bloot.

1. Sinds 16 juli 2008 worden auteursrechten als roerende inkomsten belast. Dat is een goede zaak voor de portemonnee van de auteur, maar betekent extra werk voor uitgevers die nu plots als werkgevers moeten optreden. Vooral onder literaire tijdschriften wordt er gemord. Deze veelal kleine kernen van gelijkgezinden komen samen om teksten te lezen, beoordelen, bediscussiëren en van feedback te voorzien, om ten slotte aan de hand van een periodieke publicatie hun liefde voor literatuur naar buiten te dragen. Zij geven debutanten een kans en zorgen vaak ook voor nieuwe, internationale impulsen via vertalingen en besprekingen van auteurs en tendenzen uit andere landen.
Deze liefde en deze innoverende impuls voelt zich nu beknot worden door de almaar toenemende paperasserij. Om een auteur uit België uit te betalen, is er een verdubbeling van het werk: naast het storten van geld aan de auteur komt er nu een storting aan de belastingdienst bij. Bij auteurs uit het buitenland is de situatie helemaal kafkaiaans. Die auteur moet, als zij haar geld wil zien, een formulier van 6 pagina's invullen, het formulier bij het plaatselijke belastingbureau (dat heel vaak niet op de hoogte is) van de nodige stempels en handtekeningen laten voorzien en dat gecertificeerde formulier terug naar België opsturen. Voor een bedrag van soms maar enkele tientallen euro's is dit een onaanvaardbare last. Door tijdschriften in een werkgever-werknemerlogica te persen, wordt elke collegialiteit gesmoord.
Alvast het literaire tijdschrift Revolver van Gerd Segers vond dit onaanvaardbaar. Het tijdschrift heeft in de 42 jaar van zijn bestaan een unieke plaats in het literaire landschap ingenomen, onder andere door tientallen auteurs van over zowat de hele wereld voor het eerst in het Nederlands te vertalen. Maar deze nieuwe non-regeling was een stap te ver voor de oprichter, die beslist heeft om ermee te stoppen. Hij heeft de regeling nochtans getest met 3 auteurs uit het buitenland. Na 2 maanden had 1 auteur hem de papieren correct ingevuld kunnen opsturen. Die had daarvoor anderhalf uur op het belastingkantoor alleen al doorgebracht. Dit is net wat men als uitgever zijn auteur niet wil aandoen: hem met een overdaad aan bureaucratische regeltjes overstelpen.

2. Een tweede voorbeeld is nog schrijnender, omdat de bureaucratie bijna letterlijk een auteur verbiedt van te schrijven, of toch van te publiceren. Mustafa Kör zit in een rolstoel en heeft een uitgebreide medische geschiedenis. Hij is erkend door het Riziv en krijgt ook geld van hen. Maar het is hem verboden om daarnaast nog iets bij te verdienen, enkel omdat hij zelfstandige was op het ogenblik van zijn ongeval. Was hij arbeider, of ambtenaar of zo geweest, had hij wel mogen bijverdienen. Als hij dat nu doet, dreigt hij zijn uitkering te verliezen.
Deze discriminatie, sowieso gebaseerd op een achterhaald onderscheid, werd ruim een jaar geleden aangekaart bij de bevoegde minister, mevrouw Onkelinx. Maar volgens Meryame Kitir, de volksvertegenwoordigster die de aanvraag tot wetswijziging indiende, heeft de minister geen flauw benul waarover het gaat en schuift ze het dossier op de lange baan als weer een 'gehandicapten'-dossier. Op die manier wordt het Kör erg moeilijk gemaakt om datgene uit te oefenen waarmee hij net waarde aan zijn leven wil geven.

U vindt het misschien ironisch dat mensen die leven van de verkoop van papier klagen over teveel papier. Wij vrezen dat dit echter maar al te herkenbaar is voor om het even wie vanuit een passie iets op poten wil zetten, alleen of met vrienden. Het eerste voorbeeld toont hoe een goedbedoelde maatregel uiteindelijk iedereen in kleine bureaucraatjes wil veranderen. Er zou op zijn minst een vrijstelling voor minieme bedragen moeten komen, zoals vroeger ook mogelijk was. In het tweede voorbeeld is de wetgeving niet alleen veel te rigide, maar ook voorbijgestreefd. Meer en meer mensen en vriendengroepen voelen hoe er aan de poten van hun passie gezaagd wordt met de scherpe kant van papier, almaar meer papier. En wie zich ooit al eens gesneden heeft aan papier, weet hoe pijnlijk dat kan zijn.

Xavier Roelens (dichter en hoofdredacteur Kluger Hans) en Sven Peeters (auteur en Balkankenner), namens PEN Vlaanderen.

No comments: